Help! moet ik meewerken aan (door)zoeking in auto deel 2 (Preventief fouilleren Rotterdam)

Om incidenten met wapens en schietpartijen in Rotterdam terug te dringen heeft burgemeester Aboutaleb onlangs bepaalde veiligheidsrisicogebieden aangewezen. In deze aangewezen veiligheidsrisicogebieden mag gedurende een bepaalde periode preventief gefouilleerd worden (https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/preventief-fouilleren/).

Wat betekent dat in de praktijk voor het verlenen van medewerking aan het onderzoeken/doorzoeken van een voertuig? Dus concreet; mag de politie in (bijvoorbeeld) de auto kijken en zo ja, wat mag men dan precies? En in hoeverre moet je hieraan meewerken? Hier krijg ik in de praktijk veel vragen over.

De regels omtrent onderzoek in de auto en doorzoeking van een auto zijn redelijk complex. 

Artikel 51 Wet Wapens en Munitie (WWM) is een opsporingsbevoegdheid om vervoersmiddelen te onderzoeken op wapens en munitie als daartoe redelijkerwijs een aanleiding toe bestaat. Die aanleiding moet verband houden met een gepleegd of toekomstig strafbaar feit waarbij wapens zijn of zullen worden gebruikt. In de door de burgemeester aangewezen veiligheidsrisicogebieden kan de officier van justitie bepalen dat de bevoegdheid om vervoermiddelen te onderzoeken op wapens of munitie tegen iedereen wordt toegepast. Dus niet als daartoe een aanleiding bestaat, maar gewoon bij iedereen binnen dat veiligheidsrisicogebied. Dit is dus een belangrijke afwijking van wat normaal gesproken geldt in de wet.

Maar wat mag de politie dan precies onderzoeken aan de auto? De bevoegdheid om vervoermiddelen te onderzoeken, is geen doorzoekingsbevoegdheid. De opsporingsambtenaar (politie) zal zich moeten beperken tot zoekend rondkijken. 

Uitgangspunt is dus dat de onderzoeksbevoegdheid uit artikel 51 WWM zich beperkt tot zoekend rondkijken. De opsporingsambtenaar mag dus niet afgesloten compartimenten in het vervoermiddel openen. Daarnaast is iedere vorm van verbreking niet toegestaan. Dus onderdelen van de auto losschroeven etc. is uit den boze. Wel mag de politie vragen (en daaraan moet je meewerken) om verpakkingen en bagage in de auto te openen.

Het onderzoek van het vervoermiddel moet gericht zijn op de opsporing van delicten uit de WWM. De bevoegdheid mag niet worden aangewend om bijvoorbeeld verdovende middelen te zoeken. Let wel, als er verdovende middelen worden aangetroffen bij een preventieve fouilleeractie is dit natuurlijk wel foute boel; dit wordt in beslag genomen en hiervoor kan je ook vervolgd worden. Het gaat hier om het doel van de fouilleeractie; dat is gericht op terugdringen van aantal wapens en munitie. 

Als je dit net allemaal hebt gelezen en begrepen: deze regels veranderen weer als er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld dat in het vervoermiddel wapens of munitie aanwezig zijn. Dan kan het vervoermiddel op grond van artikel 49 WWM worden doorzocht ter inbeslagneming. Hier is dus wél sprake van doorzoeking en niet van ‘onderzoek’ en mag de politie wel van alles openmaken en zelfs openbreken (mits alles in lijn is met proportionaliteit en subsidiariteit). Bij ontdekking op heterdaad of bij verdenking van een ernstig misdrijf dat niet een WWM-delict betreft, biedt ook artikel 96b Sv die bevoegdheid.

Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met strafrechtadvocaat in Rotterdam mr. K. (Kim) Kuster, 06-28438406. 

Call to Action

Neem direct contact op met mr. Kuster!